Tag archieven: Indonesische dans

Geen zin in de crisis: dansen voor het Ministerie van Economische Zaken

Net terug van een last minute-optreden tijdens een uitje van het Ministerie van Economische Zaken, eindigend in een Indonesisch restaurant aan het Noordeinde in Den Haag.

Als je niet uitkijkt vangt je oor tijdens het dansen meer op dan alleen de metaalachtige klanken van het digitale gamelanorkest. Zo bleek “Indië” onder de aanwezige ambtenaren heel wat meer te leven dan we aanvankelijk vermoedden. Er waren er zelfs die belangwekkende, maar meer verborgen Indische schrijvers als Alfred Birney bleken te kennen. Inderdaad, Den Haag zou geen Den Haag meer mogen heten als de voormalige kolonie, of de uitwerking daarvan op de volgende generaties, niet terloops ter sprake kwam.

Met z’n allen gezeten aan tafeltjes gedekt in een innovatieve blend van Indonesische elementen en Nederlandse soberheid, leek niemand zich te bekommeren om de huidige economische crisis. Het enige waar wij danseressen ons op dat moment overigens druk om maakten was of we wel voldoende ruime hadden om over het smalle gangpad en tussen de trendy tafeltjes door te dansen, zonder per ongeluk het wijntje van één van de voor de gelegenheid in vrijetijdskleding gestoken en gelukkig dito gedrag vertonende landbouwkundig economen om te stoten.

Korte cursus Bahasa Indonesia (Indonesische taal) Vrije Universiteit Arnhem van start op 26 september 2013

VolksuniversiteitArnhem-BahasaIndonesia-DwiBhumi-AafkeDeJong2013Op donderdag 26 september a.s. gaat een tien avonden tellende basiscursus Indonesische taal (bahasa Indonesia) o.l.v. docent Aafke de Jong (drs.) van DwiBhumi van start aan de Volksuniversiteit Arnhem.

Het doel van deze cursus is dat u zich op reis door de ‘Gordel van Smaragd’ verstaanbaar kunt maken in hotels, banken, winkels, op de markt etc. U leert veel woorden en eenvoudige zinnen die u tijdens uw reis nodig heeft, waardoor er deuren voor u zullen opengaan die anders wellicht gesloten zouden blijven.

Vanwege ons deels gezamenlijke verleden hebben het Indonesisch en het Nederlands over en weer veel woorden van elkaar ‘geleend’. Kijk maar eens naar de volgende, inmiddels wel ietwat gedateerde, Nederlandse zinnen:

‘Wat een soesa!’ (susah = moeilijkheden)
‘Dat is mijn pakkie-an niet!’ (bagian = afdeling)
‘Ga eens met je vuile kakkies van mijn tapijt af!’ (kaki = voet(en)                                ‘Houden jullie eens op met bakkeleien (berkelahi = ruzie maken)                                      ‘Hij is een echte branieschopper! (berani = durven/moedig)

Ook in het Indonesisch gebruikt men dagelijks woorden die uit het Nederlands komen, zoals aspal (= asfalt), atrek (= achteruit) en ook kom je een eind met kenalpot als je je auto of motorfiets wilt laten repareren. Verder verschilt het Indonesisch wat betreft grammatica erg van het Nederlands. Ondanks de vele regionale verschillen die zich uiteraard binnen de meer dan 13.000 eilanden tellende vulkanische keten voordoen, kan men zich echter in het algemeen vrij snel verstaanbaar maken. Het bahasa Indonesia is dan ook in de loop der jaren een taal geworden die de bewoners met elkaar verbindt en die men bijvoorbeeld standaard in kranten, op reclameborden en op radio en televisie tegenkomt.

Tijdens de cursus is er verder uiteraard uitgebreid aandacht voor lokale gewoonten, gebruiken en etiquette, wat uw verblijf in het Zuidoost-Aziatische land zeker zal veraangenamen.

Start: donderdag 26 september  | 20:30 – 22:00 uur  |  Arentheem College Arnhem  |  142 Euro voor 10 lessen

U kunt zich nu inschrijven via: http://www5.volksuniversiteit.nl/arnhem/

 

Dansen op een ansichtkaart: artikel in vakblad voor Orientaalse dans

Sang Penari Ifa Isfansyah Ronggeng Duduh Paruk Ahmad Tohari DwiBhumi Javaanse dans Balinese dans Raqswarisala
Scene uit de film ‘Sang Penari’

Misschien niet direct voor de hand liggend, maar daardoor des te verrassender: de redactie van het online Vakblad voor Orientaalse dans ‘Raqs wa Risala’ vroeg mij een artikel over Balinese dans te schrijven voor hun laatste editie.

En er is meer aandacht voor Indonesische dans in deze aflevering (3 juli, jaargang 6, nr. 34). Bijvoorbeeld voor de dansfilm ‘Sang Penari’ van regisseur Ifa Isfansyah. Het betreft hier een verfilming van de trilogie ‘Ronggeng Dukuh Paruk’ (1982) van de schrijver Ahmad Tohari, die dit jaar opnieuw in een Nederlandse vertaling verscheen onder de titel ‘Dansmeisje uit mijn dorp’ (Uitgeverij De Geus). Ook bezocht de redactie dansvoorstellingen – en workshops tijdens het afgelopen Tong Tong Festival.

Lees het artikel of gewoon dan ook direct maar het gehele nummer hier en bekijk hun website. Erg leerzaam en interessant om eens een uitstapje te maken naar weer andere (dans)culturen!

 

“Als ik maar kan dansen, dan ben ik gelukkig!”

Terugblik: Het Tong Tong Festival had in 2010 drie wereldberoemde Balinese dansmeesters te gast: Ida Bagus Oka Wirjana (1929), Jero Made Puspawati (1932) en Ni Gusti Ayu Raka Rasmi (1939).

Aafke de Jong interviewde deze drie Seniman Tua, senior dansmeesters – onder wie maar liefst twee van haar docenten op Bali – in het Bibit-Theater, en maakte voor ‘De Sobat’, het magazine voor Vrienden van Stichting Tong Tong (jaargang14, nr. 3), een uitgebreid verslag, dat nu ook hier is terug te lezen.

Aafke de Jong interview Balinese Seniman Tua Bali Tong Tong Festival 2010: Ni Gusti Ayu Raka Rasmi Ida Bagus Oka Wirjana Jero Made Puspawati
Aafke de Jong interviewt de drie Seniman Tua uit Bali tijdens het Tong Tong Festival 2010: Ni Gusti Ayu Raka Rasmi (links), Ida Bagus Oka Wirjana (2e van links) en Jero Made Puspawati (2e van rechts)

 

Dancing out of Bali – Aarzelend loopt het gerenommeerde drietal door het smalle gangpad naar voren. Onder hun wollen winterjassen schijnt de zon: kleurrijke tempeldracht in fel oranje, paars en gouddraad. Het publiek, dat lang van tevoren al in grote getale is toegestroomd, verwelkomt hen met een luid applaus. De spanning is van de gebruinde gezichten af te lezen. Gracieus en met kaarsrechte rug nemen de dansers plaats achter de microfoon. Op tafel ligt het boek ‘Dancing out of Bali’, met op de cover een foto van danseres Ni Gusti Ayu Raka Rasmi uit 1952, in de rol van de kwaadvoorspellende zwarte raaf uit de hofdans Legong Kraton Lasem. Ze was toen slechts twaalf jaar.

Hindoeïstisch Bali – Ik besluit het interview te beginnen à la Jörgen Raymann, met de vraag: “Wie was uw moeder en wie was uw vader?”, in de hoop hen op een voor het publiek interessante en voor de hoofdpersonen gepaste manier te introduceren. De drie dansers komen uit totaal verschillende gezinnen, alleen al omdat zij een andere kaste-achtergrond hebben, wat in het Hindoeïstische Bali de sociale omgangsvormen voor een groot deel bepaalt. Hoe verschillend ook, bij alledrie waren het de ouders die hen van jongs af aanspoorden om te gaan dansen.

Ida Bagus Oka WirjanaIda Bagus Oka Wirjana (1929), alias Gus Aji Belangsinga, is afkomstig uit de hoogste kaste, Brahmana genoemd. Als hij hogepriester zou zijn geworden, vertelt hij, had hij geen (internationale) danscarrière kunnen nastreven. Hij somt de namen op van de landen waar hij al op het podium stond. De lijst is zo lang dat ik het met vertalen niet meer bij kan houden. Alleen Nederland stond nog op zijn wensenlijstje. Later, in het Bintang Theater, zal hij ons meerdere malen versteld doen staan. Boven de tachtig en nòg veert hij schijnbaar moeiteloos in en uit de kenmerkende kleermakerszit van de kebyar duduk, zoals de dans heet (duduk = zitten).

Kaste-systeem – Het Balinese kaste-systeem is een nogal gevoelig onderwerp en voer voor vooroordelen. Om de link naar dans en theater te maken, heb ik twee dansmaskers meegenomen; één van een koning en één van een dienaar. Gus Aji, die overigens van zijn twee vrouwelijke collega’s steeds de microfoon in handen gedrukt krijgt – hij is immers niet alleen de oudste van het drietal, maar ook nog eens een man èn afkomstig uit de hoogste kaste – staat op en pakt als eerste het masker van de Dalem, de vorst. Hij danst een korte, sierlijke bewegingsfrase die zacht voortkabbelt, maar tegelijkertijd de waardigheid van het karakter benadrukt. Daarna neemt hij het masker van de panasar, de dienaar, en houdt het voor zijn gezicht. Hij maakt een paar komische en ietwat ongecontroleerde bewegingen. De taak van de panasar is het vertalen van hetgeen door de hogere figuren gezegd wordt, maar ook het leveren van commentaar op wat er in de samenleving speelt. Gus Aji spreekt het publiek van achter zijn masker toe in opzettelijk gebroken Engels. Hiermee laat hij in een paar seconden op treffende wijze zien hoe de sociale hiërarchie ook in het Balinese theater speelt.

Raja of geen raja– Over het algemeen is het op Bali gebruikelijk dat iemand van hoge komaf ook in het theater de rol van de koning op zich neemt. In de praktijk blijkt echter dat als je als jaba, persoon uit de laagste kaste (sudra), kwaliteiten hebt om een elegante prins te vertolken, dit geen enkel probleem is. Andersom zijn er ook wel ksatrya’s, leden van de vroeger regerende kaste en krijgers, die, wanneer zij een bijzonder gevoel voor humor blijken te bezitten, de ‘gewonere’ clownsrollen op zich nemen. Voor de Balinezen is het concept dat alles afhankelijk is van desa (plaats), kala (tijd) en patra (situatie) altijd en overal van toepassing.

Ogen als handelsmerkGus Aji heeft zeventien kinderen van twee echtgenotes en is opa van een bijna ontelbare schare cucu’s (kleinkinderen). Hij is 81 jaar maar zijn ogen fonkelen nog steeds. Ogen die zijn handelskenmerk zijn geworden: Gus Aji staat bekend om zijn eigen versie van de seledet, een oogbeweging die in de Balinese dans veelvuldig voorkomt. Normaal gesproken kijk je in zo’n seledet met je ogen wijd geopend naar de linker of rechter ooghoek en dan weer terug naar het midden, zonder te knipperen. Gus Aji kan deze beweging echter ook in hoog tempo van boven naar beneden uitvoeren. Als ik hem vraag of hij dit misschien aan ons zou willen voordoen, beginnen zijn ogen alweer te glimmen.

Balinese dans Tong Tong Festival 2010 Seniman Tua Ni Gusti Ayu Raka Rasmi Jero Made Puspawati Aafke de Jong
Na een workshop Balinese dans van de Seniman Tua tijdens het Tong Tong Festival 2010. Hier Aafke de Jong met haar twee docenten: Ni Gusti Ayu Raka Rasmi (l) en Jero Made Puspawati (r)

Jero Made PuspawatiNi Made Rupawati (1932), zoals zij aanvankelijk heette, is de dochter van een populaire Janger-danseres die haar de basisbeginselen van de Balinese dans leerde. Toen de vorst van Denpasar, de hoofdstad van Bali, de jonge en talentvolle Made zag dansen, vroeg hij haar ten huwelijk. Het was ongepast om te weigeren en Made werd zijn tweede vrouw. Vanaf dat moment noemde men haar Jero Made Puspawati; Jero – letterlijk: “binnen” – is de titel die vrouwen van lagere komaf krijgen als ze met iemand uit een hogere kaste trouwen. Zo werd zij als het ware een “insider”.

Gedragscodes – Op de vraag of haar leven veranderde toen ze in de puri (= paleis) kwam wonen, en zo ja, hoe, antwoordt Ibu Jero aarzelend: “Ja, het werd inderdaad anders.” “Maar hoe dan?”, vraag ik. “Tsja, gewoon….anders!”

Ik kan mij niet aan het gevoel onttrekken dat zij er bewust voor kiest hierop niet verder in te gaan om haar collega’s uit de hogere kaste te ontzien, Het leven in een puri brengt nogal wat gedragsregels met zich mee. Aan haar leerlingen vertelt ze wel eens op lachende toon dat “zij zo naïef was geweest ‘ja’ te zeggen”, want na haar huwelijk werd het haar door haar echtgenoot verboden in de schijnwerpers te staan en mocht zij alleen nog lesgeven. Iets wat zij tot op de dag van vandaag met passie doet. Haar vakkundigheid brengt dansstudenten uit de hele wereld naar haar paleis.

Cross gender-dansen – Haar specialiteit zijn de bebancihan-dansen, de zogenaamde cross-genderdansen, waarin vrouwen mannenrollen dansen. Op deze manier veroverden vrouwen vanaf de jaren ’20 van de vorige eeuw langzaam maar zeker het podium, dat tot dan toe het domein van mannen was. In kleding die grotendeels uit onderdelen van een mannendanskostuum bestaat, zoals de speciaal gedrapeerde kain, lange (dans)rok en specifieke hoofddoek, udeng, was het voor vrouwen wèl acceptabel om in de spotlights te treden. Dit is althans één van de in omloop zijnde theorieën over het feit dat vrouwen pas relatief laat terrein veroverden in de Balinese theaterwereld. Maar was dit niet ook zo in bijvoorbeeld het Europese klassieke ballet?

Jero Made Puspawati DwiBhumi Margapati Kebyar Balinese dans
Een jonge Jero Made Puspawati danst Margapati, een van de cross-genderdansen uit het Kebyar-genre (jaren ’40)

De juiste positie – Een jonge vrijwilligster uit het publiek in het Bibit-Theater laat zich door Ibu Jero in de basishouding (agem) van de Balinese vrouwendans wringen. Want dat is het letterlijk. Ieder lichaamsdeel wordt door de hand van de meesteres in de juiste positie gekneed. Ibu Jero vertelt dat het lesgeven tegenwoordig minder serieus wordt genomen dan in haar tijd en ze vindt het waardevol dat haar docenten haar nog met de harde hand hebben aangepakt. Soms gebruikten zij zelfs een stok, waarover haar rug naar achteren werd gebogen. Zelf is Ibu Jero veel milder. Ze vindt dat leerlingen met serieuze intenties de dans ook op een manier kunnen leren die bij deze tijd past. Bovendien wil ze studenten uit het buitenland niet afschrikken, want het zijn juist vooral deze buitenlanders die geïnteresseerd zijn in de oudere Balinese dansen, haar specialisatie. De jeugd van Bali, zegt Ibu Jero, houdt zich tegenwoordig namelijk meer bezig met populaire tari Disko (discodans), die je snel kunt leren, of met nonton tipi (televisie kijken).

Geduld – Ondertussen voelt de vrijwilligster zich niet echt gemakkelijk op het podium. Ellebogen boven de schouders, vingers naar het plafond gericht, voeten naar buiten gedraaid, knieën in gebogen positie, rug hol, maar wel met je buik ingehouden… en dan natuurlijk niet vergeten adem te halen…. En dat alles met een glimlach om je lippen, alsof het geen enkele moeite kost. Het leren van Balinese dans vergt veel geduld. Na veel gelach en een bemoedigend applaus van het publiek mag onze vrijwilligster weer gaan zitten.

Ni Gusti Ayu RakaNi Gusti Ayu Raka (1939), de jongste van de drie, heeft een ander uniek levensverhaal. Wonende tegenover de puri Mandala in het dorp Peliatan (bij Ubud), was zij als kind bevriend met de twee dochters van de Anak Agung, Oka en Anom, beiden ook jonge dansers. En juist met deze raja had John Coast (impresario en schrijver van o.a. ‘Dancing out of Bali’) het plan opgevat een groep gamelanmusici en dansers te trainen voor een tournee door de VS en Europa. Raka bleek een natuurtalent en had al een goede technische basis.

Flirtende bijen – Bali’s bekendste choreograaf, I Ketut Maria (ook vaak Mario, aangezien in het Balinees de eindklank “a” als een soort “o’ wordt uitgesproken) uit het district Tabanan, maakte op verzoek van John Coast speciaal voor de kleine Raka en de minstens tien jaar oudere danser Sampih het duet Oleg tambulilingan, over twee flirtende bijen die in een tropische tuin een verleidingsdans uitvoeren. Het duet was toentertijd vrij gedurfd, aangezien de vrouwelijke danser haar armen ver boven het hoofd hief. Voordien reikten de armen niet hoger dan de schouders.

Ed Sullivan Show – Op recent ontdekte zwart-wit filmbeelden van de tournee zien we een zeer jonge, fragiel ogende Raka met sierlijke passen de toneeltrap van de Ed Sullivan Show aflopen. De dans die zij en haar partner Sampih daar uitvoeren, is vele malen expressiever èn heeft een hoger tempo dan de hedendaagse variant. De hand van choreograaf Ketut Mario is hier duidelijk aanwezig, wat valt af te leiden uit films uit de jaren ’30 waarin Mario zelf danst. De stijl is, misschien ongedacht, een stuk vrijer dan we tegenwoordig zien.

In de workshop tijdens het Tong Tong Festival 2010, leert Ibu Raka Nederlandse dansstudenten de originele versie uit de jaren ’50. De dans behoort inmiddels tot het stockrepertoire van Balinese danseressen, al staat de hedendaagse stijl ver af van het oorspronkelijke materiaal van Mario. Zo houdt de vrouwelijke danser haar bovenlichaam in de Zuid-Balinese versie bijna horizontaal. Zo blijkt maar weer dat zelfs op het relatief kleine Bali de verschillende regio’s veel moeite doen om zich van elkaar te kunnen onderscheiden en zich een eigen identiteit aan te kunnen meten. Ibu Raka laat met veel elegantie de verschillen zien, waarop er weel veel ‘oooh’s’ en ‘aaah’s’ uit de zaal te horen zijn.

Op de vraag of haar ouders niet bang waren hun 12-jarige dochter op tournee naar het buitenland te sturen, antwoordt Ibu Raka dat zij voornamelijk trots op haar waren en haar steunden in haar drang om te dansen en zich te ontwikkelen. een dergelijke kans krijg je niet vaak. Bovendien ging ze mee met de Anak Agung, zijn dochters en John Coast, dus ze was in goede handen.

Toch had de roem een keerzijde. Haar danspartner Sampih werd een jaar na terugkomst op Bali dood aangetroffen. Men vermoedt dat het om een jaloeziemoord ging, waarschijnlijk vanwege het kleine kapitaal dat de danser aan de tournee had overgehouden.

Momenteel zijn er nog slechts twee personen van die hele groep musici en dansers in leven, vertelt Ibu Raka. Al doe je aan “jam karet”, dan nog glipt de tijd door je vingers. Des te meer een goede keuze van het Tong Tong Festival deze drie Seniman Tua uit te nodigen naar Nederland te komen.

Intan Budaya Negeri Foundation – De senior kunstenaars Ida Bagus Oka Wirjana, Jero Made Puspawati en Ni Gusti Ayu Raka Rasmi hebben met nog enkele andere oudere dansers een stichting voor het behoud van het oude dansrepertoire van Bali opgericht; de Intan Budaya Negeri Foundation. Zij zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid ten opzichte van de volgende generaties. De dansmeesters geven workshops aan jonge dansstudenten en treden zelf op als Seniman Tua Bali (of Seniman Werdha Bali), Balinese senior-kunstenaars. Het trio toont zich bezorgd over de toekomst van de Balinese dans, met name over de kwaliteit van de uitvoering. Jongeren hebben niet meer het geduld om langdurig te trainen en zich te verdiepen in de techniek en achtergrond van de dans, vinden ze. Volgens Gus Aji mist vooral taksu, oftewel: bezieling, eenwording met het karakter dat je als danser neerzet op het podium. Toen de Seniman Tua zelf les kregen, was er meer tijd voor oefening. Ook kregen ze vaak les van de choreograaf zelf en konden ze bijvoorbeeld vaker repeteren met een live gamelanorkest.

Gelukkig – Tot slot vraag ik aan Ibu Jero of zij het dansen voor een, grotendeels onervaren, Nederlands publiek anders ervaart dan het dansen tijdens een ceremonie in een tempel op Bali. “Het maakt geen enkel verschil”, zegt ze. “Als ik maar kan dansen, dan ben ik gelukkig!”

– Interview en tekst: Aafke de Jong (2010)

Wie de originele tekst en foto’s wil bekijken, surfe naar de website van de Tong Tong Fair (voorheen Pasar Malam Besar).

 

 

Van alle tijden: het Ramayana

Op uitnodiging van Wereldtheater.nl (voormalig Tropentheater, onderdeel van het Tropenmuseum ) verzorgde een docent van DwiBhumi vandaag een aantal workshops Balinees danstheater voor de leerlingen bovenbouw van het Liemers College in Zevenaar.

Prinses Sita wenend in het woud
Leerlingen leven zich in in de rol van de treurende prinses Sita

Na een korte introductie en kennismaking met vier van de beroemde personages uit het van oorsprong Indiase verhaal – prins Rama, zijn vrouw Sita, de demonenkoning Rahwana en Hanoman, de aanvoerder van het apenleger – gingen de leerlingen zelf aan de slag. De opdracht was de Balinese dansbewegingen en het al eeuwenoude verhaal, dat zich in de loop der tijd over heel Azië heeft verspreid, naar hun eigen cultuur en tijd te vertalen.

Oefenen voor de rol van prins Rama
Oefenen in het schieten met pijl en boog voor de rol van prins Rama
Sterfscene van Rahwana, de koning van de demonen
Sterfscene van Rahwana, de koning van de demonen

Met behulp van enkele rekwisieten uit het Balinese danstheater, zoals expressieve maskers, pijl en boog, felgekleurde, met goudverf beschilderde sarongs en angstaan-jagend lange nepnagels, konden de leerlingen zich goed inleven in de verschillende personages uit de scene waarin prinses Sita wordt ontvoerd door de demonenkoning Rahwana. Zo blijkt een op het eerste oog onderdanige prinses best haar mannetje te kunnen staan. En zal een demon weliswaar altijd een demon blijven, maar kan hij toch ook “desperately in love” raken. En is ook een trotse kroonprins wel eens ten einde raad. Maar dat laatste komt heus wel weer goed, mits hij open staat voor de goeie tips van zijn vrienden…….

Alle deelnemers van de workshop
Leerlingen van het Liemers College in Zevenaar – workshop Ramayana, door DwiBhumi, in opdracht van Wereldtheater (voormalig Tropentheater)

 

Klik op de foto’s voor groot formaat

Kijk voor meer informatie ook eens op: http://www.tropentheater.nl/wereldtheater

NU: gratis boek bij Balinese schilderijen!

AANBIEDING: bij aankoop van een schilderij van de Balinese schilder I Gusti Putu Sana krijgt u nu het boek “The art of Bali: Reflections of Faith. The history of painting in Batuan, 1834-1994 van Klaus D. Hohn (Pictures Publishers 1996, 204 p., ca. 285 ill.) ter waarde van minimaal 80 Euro cadeau (zolang de voorraad strekt)!

Reflections of Faith the Art of Bali the history of painting in Batuan DwiBhumi Balinese dans kunst

Reflections of Faith the Art of Bali the history of paining in Batuan DwiBhumi Balinese dans kunst

 

DwiBhumi haalde enkele jaren geleden een aantal werken van de Balinese schilder I Gusti Putu Sana uit Pengosekan, Midden-Bali, naar Nederland om hem en zijn familie te helpen in economisch moeilijke tijden. In 2007 werden de werken al tentoongesteld in Galerie “De Coninck” in ‘s-Graveland. De Stichting Indisch Erfgoed wijdde onder andere in 2009 in samenwerking met Museum Coda in Apeldoorn een tentoonstelling aan deze schilder.

Enkele van deze werken zijn nog te koop (inclusief lijst). De gehele opbrengst komt ten goede aan de schilder en zijn familie!

Klik hier voor meer informatie en voor foto’s van de schilderijen.

Neem voor bezichtiging en prijsinfo (tussen de 200 en 350 Euro) contact met ons op.

Op dit weblog en onze website kunt u meer lezen over onze activiteiten op het gebied van Balinese dans (en andere Indonesische dansvormen) en cultuur. Dank voor uw bezoek!

Gusti Putu Sana Balinese schilder DwiBhumi Balinese dans kunst
I Gusti Putu Sana poseert voor een van zijn werken in zijn huis in Pengosekan, Midden-Bali.

 

 

De dansers van DwiBhumi

De dans en cultuur van Bali en Indonesie!

De meesten van de dansers van DwiBhumi hebben een professionele dansopleiding gevolgd in Indonesie en/of Nederland. Onder onze dansers bevinden zich ook dansers die gespecialiseerd zijn in andere Indonesische dansvormen, zoals Javaanse dans en Sumatraanse dans en tevens (Westerse) moderne dans.

Woon een optreden of workshop bij! – Wij vinden het leuk kennis met u te maken. U bent dan ook altijd welkom om een optreden of workshop van ons bij te wonen. Kijkt u hiervoor onder het kopje nieuws op deze website. Op sociaal media zijn onze meest recente nieuws rondom onze dans optredens en workshops;

Instagram:  @dwibhumi

Facebook: Dwibhumi Balinese Dans & Cultuur

Twitter: Dwibhumi

of meldt u aan voor onze digitale nieuwsbrief

Dansrepertoire DwiBhumi

DwiBhumi is een van de weinige in Balinese dans gespecialiseerde gezelschappen in Nederland. Het is onze passie om de sfeer van Bali onder andere door middel van onze dans dicht bij ons publiek te brengen en u zo het gevoel te geven u even echt op Bali te bevinden.

Bali kent veel verschillende dansvormen voor diverse situaties, zoals religieuze (tempel)festivals, overgangsrituelen, waaronder huwelijken en crematies of begrafenissen, maar ook bijvoorbeeld voor artfestivals en danswedstrijden.

Door op de foto’s hieronder te klikken kunt u meer lezen over de Balinese dansen die DwiBhumi onder andere uitvoert. Ook hier in Nederland kunt u dus van de feestelijke warmte van Bali genieten!

Indien gewenst kunnen wij, naast Balinese dansen, ook dansen uit andere delen van Indonesië, zoals West, Midden en Oost Java verzorgen.

Wilt u verder gaan dan alleen Balinese dansen, dan kunnen wij u ook helpen bij de invulling van uw (bedrijfs)feest of bruiloft in de sfeer van Bali. Kijkt u gerust verder op onze website voor meer inspiratie!

Ook nieuwsgierig geworden? Neem gerust contact met ons op.

DwiBhumi Tong Tong Festival Tong Tong Fair Balinese dans Panymebrama
Panyembrama
dwibhumi balinese dance tong tong fair holland kembang girang
Kembang Girang
dwibhumi-balinesedans-taripujabhumi
Puja Bhumi
Panji Semirang
dwibhumi balinese dance company oleg tambulilingan tong tong fair
Oleg Tambulilingan
DwiBhumi-BalineseDans-Cendrawasih-Bilthoven2013
Cendrawasih
Kebyar Duduk Nyoman Sumardika DwiBhumi Balinese dans
Kebyar Duduk
dwibhumi-balinesedansgroep-tongtongfair2015-gadungkasturi
Gadung Kasturi
DwiBhumi Balinese dans Legong Keraton Roxanne Spijkers Aafke de Jong Muiderpoorttheater
Legong Keraton Lasem
balinesedans-dwibhumi-baristunggal
Baris Tunggal
balinesedans-dwibhumi-tongtongfair2016-foto-hanskleijn-1
Jauk Manis
balinese dansgroep dwibhumi pasar malam rijswijk 2015 herwin wels fotografie
Selat Segara
Merak Angelo
balinesedans-dwibhumi-tongtongfair2016-foto-hanskleijn-1
Sekar Jempiring

Algemene informatie over Balinese dans: een introductie

Balinese dans – een introductie

Balinese dans (dansen = ngigel (laag Balinees) of masolah (hoog Balinees)), tari Bali in het Indonesisch, ligt diep geworteld in de religie; een unieke samensmelting van Hindoeïsme, Boeddhisme en voorouderverering. Tijdens de vele kleurrijke tempelceremonies op het Indonesische vulkaaneiland helpt dans de balans tussen ‘positieve’ en ‘negatieve’ krachten in stand te houden. De Balinese ‘kijk op de wereld’ is gebaseerd op het geloof in een ontastbare, onzichtbare wereld – niskala -, naast een tastbare, zichtbare wereld – sekala -. Het doel van de Balinese religie en de taak van de Balinezen is deze twee werelden steeds opnieuw met elkaar in balans te brengen, waardoor geluk en harmonie in het leven kunnen ontstaan.

DwiBhumi Bali offerandes
Balinese vrouwen dragen offerandes naar de tempel.
DwiBhumi Bali tempel Hindoeisme
Balinese tempel met meru-daken
Bali offers Hindoeisme DwiBhumi balinese dans
Balinees sarad-offer gemaakt van rijstdeeg

 

 

 

 

 

Kenmerkend voor de Balinese dans zijn niet alleen de indrukwekkende kostuums, maar vooral ook de expressieve gelaatsuitdrukking, de sierlijke, soms vloeiende en ingetogen, dan weer felle en krachtige hoofd-, nek-, schouder-, arm- vinger- en teen(!)bewegingen. En niet te vergeten de nauwe samenwerking met de muziek, gamelan.

Training van jonge dansers
De training van dansers op Bali begint al op jonge leeftijd. In de bale banjar (open wijkgebouw) van de meeste wijken kun je op gezette tijden of vlak voor een tempelfestival (odalan) kinderen en volwassenen zien oefenen. Er zijn vaak meerdere dansdocenten aanwezig en de meest begaafde leerlingen staan vooraan.

DwiBhumi Bali Balinese dans
Leraar corrigeert de beweging van een jonge danseres. Foto: Hedi Hinzler

 

De docent kneedt de lichamen van de dansers in de juiste houding (de basishouding heet agem), net zo lang totdat ze op de muziek van een echt gamelan-orkest mogen oefenen en zich zo kunnen voorbereiden op hun eerste optreden in de tempel.

Taksu
Bij dansen in de tempel gaat het in eerste instantie om religieuze toewijding. Hoogstaande techniek wordt door het kritische publiek van mensen echter wel zeer gewaardeerd en minder bekwame dansers worden vaak zonder pardon uitgelachen. In principe kan en mag iedereen aan een tempelvoorstelling meedoen (op o.a. zwangere vrouwen, vrouwen die in hun menstruatieperiode zitten en rouwenden na).

DwiBhumi Bali Balinese dans Arma Museum Ramai
Jonge dansers bereiden zich voor op een optreden in een tempel – foto: Aafke de Jong

Een danser wordt beoordeeld naar de mate waarin hij of zij taksu (bezieling) bezit en dit weet over te brengen op het publiek. Het toppunt is bereikt als een danser het karakter dat hij of zij danst niet alleen perfect uitbeeldt, maar ook daadwerkelijk lijkt te worden. Hoe geloofwaardig ben je als danser in de ogen van het publiek? Dat is waar alles om draait.

Videobeelden van een dansles op Bali voor meisjes (ARMA Museum Ubud/Peliatan, docent: Ni Gusti Ayu Raka Rasmi):

Videobeelden van een dansles op Bali voor jongens (ARMA Museum Ubud/Peliatan). De leraar, I Wayan Jayamerta, leert hen de basis van de krijgsdans Baris Tunggal.

Dansgenres – Er is een groot aantal dansgenres op Bali, afhankelijk van plaats (desa), tijd (kala) en situatie (patra). Zo zijn er solodansen waarin je kunt uitblinken en groepsdansen waarin je je achter een meer getalenteerde ‘collega’ kunt verschuilen. Er zijn dansen met of zonder verhaal, maskerdansen, krijgsdansen, hofdansen, dansen die zelf het ritueel vormen (bv. trance-dansen), maar ook dansen die de ceremonie opluisteren en vervolmaken of dienen ter vermaak en educatie van het publiek. Het publiek bestaat voor de Balinezen niet alleen uit de tempelgangers, maar ook uit goden, demonen, voorouders en natuurlijk (buitenlandse) gasten…

Uiteraard werpt het bovenstaande slechts een kleine blik in het hoe en waarom van Balinese dans. Voor wie meer wil weten; lees veel over Bali, volg een workshop of kom naar een van onze lezingen!

Of natuurlijk het allerleukst van alles: ga zelf een keer naar Bali!

Kijk onder dansrepertoire DwiBhumi om te zien welke dansen DwiBhumi uitvoert. Of laat je inspireren door te klikken op foto/video of laat zelf je handen wapperen tijdens een van onze workshops, bijvoorbeeld de workshop Balinese dans, workshop wayangpoppen maken of workshop offerandes maken.

Lezen over Bali en Balinese dans
Voor de serieus geinteresseerde raden wij een aantal interessante boeken aan. Hier vindt u een boekenlijst met enkele tips.

Tekst: Aafke de Jong ©

Balinese dansworkshops

Beweegt Bali jou ook? Wikkel je dan eens in een sarong!

…‘vingers als wuivende palmbladeren en ogen als een tijger die plotsklaps uit zijn slaap wordt gewekt…

DwiBhumi verzorgt door het hele land Balinese dans- en cultuurworkshops voor alle leeftijden. Desgewenst kunnen deze gepaard gaan met een optreden of lezing.

Deze pagina geeft informatie over onze Balinese dansworkshops.

Voor onze overige workshops, bv. offerandes of wayangpoppen maken, kunt u onder het kopje workshops en lezingen Bali kijken.

DwiBhumi Balinese dans De Muzerie Zwolle Aafke de Jong
Balinese kinderdansworkshop door een docent van DwiBhumi – De Muzerie Zwolle

DANSWORKSHOPS DOOR HET HELE LAND – Onze dansworkshops zijn zo opgebouwd dat er binnen een korte tijd een eenvoudige Balinese dans wordt ingestudeerd, die eventueel voor een publiek kan worden opgevoerd op gamelan-muziek. De nadruk ligt op de basishouding, enkele sierlijke hand- en armbewegingen, alsmede de mimiek en natuurlijk verschillende manieren van voortbewegen.

De workshops kunnen worden geintroduceerd met behulp van het nodige (beeld)materiaal. Zo kan eerst worden kennis gemaakt met de achtergrond van Balinese dans, de kostuums en de betekenis van de bewegingen, alvorens we overgaan tot het aanleren van enkele basisbewegingen.

De duur van de workshops kan varieren en wordt in overleg met u afgestemd. In principe gaan we uit van 60 tot 90 minuten. Het enige dat nodig is van uw kant is een ruimte waar gedanst kan worden en een cd-speler.

DwiBhumi-TongTongFair-AafkedeJong-BaliWorkshop
Balinese dansworkshop door DwiBhumi tijdens het Tong Tong Festival 2012 – foto: Marcel van Beek

Voor onze workshops Balinese dans reizen we op verzoek het hele land door.

De video hieronder toont een impressie van een workshop Balinese dans (basis) van DwiBhumi in onze studio (vanaf. 2:10 min. Daarvoor zijn beelden van een van onze repetities voor een optredens voor de Tong Tong Fair in Den Haag te zien).

KLEDING TIJDENS ONZE BALINESE DANSLESSEN
Tijdens de workshop krijg je een kain of kamben te leen, een geweven of gebatikte doek die je om je heupen draagt. Als je er misschien zelf thuis 1 hebt, mag je die uiteraard ook meenemen! Het is het prettigst als je er in de winter een legging of maillot onder aan hebt. Op Bali dragen de leerlingen tijdens de lessen gewoon een T-shirt. Een balletpakje of topje van stretchmateriaal kan uiteraard ook, wat je zelf het prettigst vindt. Het liefst geen wijd vallende kleding, omdat het dan voor de docent moeilijker corrigeren is. Verder dansen we in principe op blote voeten, maar sokken of dunne balletschoentjes volstaan ook, net wat je prettig vindt.

PRIVE-LESSEN

DwiBhumi Balinese dans
Docent corrigeert de houding van een student

Wil je serieus de Balinese dans onder de knie krijgen, of heb je al een basis, en wil je die weer opvijzelen, dan is prive-les mogelijk iets voor jou. Uiteraard liggen de prijzen dan hoger, maar alle aandacht van de docent is wel voor de volle 60 minuten voor jou, waardoor je snel vorderingen zult maken!

  • Prijs: 25 Euro per uur.

Neem gerust contact op voor meer informatie.