Hello Groningen! Let’s dance & get healthy! In samenwerking met Houje Thai organiseren we in het weekend van 12 & 13 december 2020 vier workshops.
Eerst ga je aan de slag met Nova Marseline. Ze laat je zien hoe je een kain omdoet om in te dansen. Deze zijn voor de deelnemers beschikbaar. Na een warming-up leer je de basistechniek van het Balinees dansen, de lichaamshouding, handen, voeten, hoofd, ogen en gezichtsuitdrukking. Ook het gebruik maken van bijvoorbeeld sluiers, plateautjes, waaiers komt aan bod.
Na afloop doe je samen met Karen de Bie afsluitende houdingen uit de Thaise Ruesi Da Ton.
Dit is traditionele Thaise gymnastiek of yoga. Zachte, makkelijk aan te leren houdingen voor elk moment van de dag, zo ook als afsluiting van een dans workshop. Voor jong en oud geschikt. Karen is een integraal lichaamsgericht psychotherapeut geschoold in de medische Thaise gezondheidsleer.
In verband met de Coronamaatregelen van de RIVM houden we bij het dansen 1,5m afstand. Hierdoor is het maximale aantal deelnemers 10 per workshop.
Datum: Zaterdag 12 en zondag 13 december 2020 Tijdstippen: 11:00-13:30 en 14:00-16:30 Niveau: beginners, jong en oud Kosten: € 25,- Locatie: AC de Holm, Groningen Aanmelding:Balinese dans & Thaise yoga
De Stichting Indisch Erfgoed (SIE) organiseert van zondag 30 juni tot en met zaterdag 20 juli 2013 de “Apeldoornse Indische Zomer”. Het gevarieerde programma omvat de tentoonstelling “Indisch Erfgoed in Apeldoorn” en talloze lezingen, workshops en films in het ACEC-gebouw aan de Roggestraat 44 in Apeldoorn.
Het volledige programma van de Apeldoornse Indische Zomer 2013 kunt u hier downloaden. Zie voor meer informatie ook: www.indischerfgoed.nl
Aafke de Jong van DwiBhumi, tevens lid van SIE, zal op zondag 7 juli van 14:30 tot 16:00 uur een workshop Balinese dans geven voor iedereen vanaf 7 jaar (gratis toegang).
Op dinsdag 16 juli geeft Aafke de Jong een lezing over Balinese offerandes, met als titel “Sekala en Niskala; zichtbare uiting van een onzichtbare wereld” (van 19:30 tot 20:30 uur, entree 5 Euro).
Overige informatie: Openingstijden tentoonstelling: wo. t/m zo. van 12:00 tot 17:30 uur. Tentoonstelling vrije entree.
Voor alle lezingen geldt een toegangsprijs van 5 Euro.
Bijwonen film in Podium & Filmtheater Gigant: 8,50 Euro. Kaarten voor films aan de kassa van Gigant: Nieuwstraat 377, Apeldoorn, tel: 055-5216346.
Voor verdere informatie over het programma kunt u zich wenden tot Frans Sulilatu (bestuurslid SIE), tel. 055-5335662 of 06-48580558, e-mail: wfsgs@hetnet.nl
Misschien niet direct voor de hand liggend, maar daardoor des te verrassender: de redactie van het online Vakblad voor Orientaalse dans ‘Raqs wa Risala’ vroeg mij een artikel over Balinese dans te schrijven voor hun laatste editie.
En er is meer aandacht voor Indonesische dans in deze aflevering (3 juli, jaargang 6, nr. 34). Bijvoorbeeld voor de dansfilm ‘Sang Penari’ van regisseur Ifa Isfansyah. Het betreft hier een verfilming van de trilogie ‘Ronggeng Dukuh Paruk’ (1982) van de schrijver Ahmad Tohari, die dit jaar opnieuw in een Nederlandse vertaling verscheen onder de titel ‘Dansmeisje uit mijn dorp’ (Uitgeverij De Geus). Ook bezocht de redactie dansvoorstellingen – en workshops tijdens het afgelopen Tong Tong Festival.
Lees het artikel of gewoon dan ook direct maar het gehele nummer hier en bekijk hun website. Erg leerzaam en interessant om eens een uitstapje te maken naar weer andere (dans)culturen!
Dat de meeste Balinese dansers en danseressen lenige vingers hebben moge duidelijk zijn. Maar soepele handen zijn op Bali ook nuttig voor het prepareren van de dagelijkse offerandes. In ieder huishouden worden iedere dag in grote hoeveelheden kleine creaties gesneden, gevouwen en vervolgens geweven. Voor grotere ceremonies zijn nog grotere aantallen nodig en tonen de vormen meer diversiteit.
De meeste Balinese vrouwen kennen zo’n veertig verschillende vormen uit hun hoofd. Voor speciale gelegenheden schakelt men hulp in van een speciale tukang banten, een offerandespecialiste, meestal van hoge(re) kaste, die de ingewikkeldste vormen en alle details kent.
Op Bali zijn dans en cultuur met elkaar verbonden. Tijdens de Tong Tong Fair dit jaar kon DwiBhumi zich gelukkig dan ook van meerdere kanten laten zien. We kwamen niet alleen met een nieuw dansprogramma, maar gaven tevens een workshop over Balinese offerandes. Het Hindoeïsme is immers de basis van de verschillende kunstvormen op het eiland.
De belangstelling was groot. Na een korte inleiding over de functie van het maken van offerandes op Bali, maakten alle deelnemers samen een zogenaamde bantengebogan, oftewel een offer op een voetstuk, waarbij fruit, koek en bloemen om een jonge banenenstam worden gerangschikt. Vervolgens worden zulke offerandes op het hoofd naar de tempel gedragen. Enkele deelnemers wilden dit ook zelf proberen. Een gewicht van meer dan tien kilo – en dat was nog een eeg lichte, vergeleken bij sommige Balinese offerandes – draag je niet zomaar even op je nek, zeker niet zonder handen. Balinese vrouwen zijn vaak in staat zwaardere dingen te mee te torsen dan mannen! Toen ik nog op Bali woonde en daar een keukentje aan het bouwen was voor onze kookworkshops, lukte het mijn twee Balinese vrienden niet de koelkast van ongeveer vijftig kilo te versjouwen. Ze riepen een meisje van een jaar of zestien naar zich toe dat toevallig langsliep en beloofden haar een paar duizend Rupiahs als zij de koelkast naar zijn nieuwe plek zou dragen. En zo geschiedde. In haar eentje.
Na het maken van het grote offer gingen we, uiteraard bij gebrek aan vers palmblad hier in Nederland, met papier aan de slag. Het resultaat leek echter toch dicht in de buurt te komen van wat je in de huizen, gewoon op straat en op de talloze altaars op het Indonesische eiland tegenkomt. Ik hoop dan ook dat iedereen tevreden en geïnspireerd naar huis ging.
Wil je meer weten over de Balinese religie en de achtergronden van het maken van offerandes op Bali? Op dinsdag 16 juli a.s. om 19:30 uur geef ik tijdens de Apeldoornse Indische Zomer van de Stichting Indisch Erfgoed een lezing over dit onderwerp met vele mooie foto’s en praktijkvoorbeelden.
Vanochtend nam ik de trein vanuit Den Haag richting Apeldoorn. Ik moest uitkijken want zojuist waren drommen mensen het treinstel uit tegenovergestelde richting uitgestapt. Met z’n allen stevenden zij nu op tram 9 naar Scheveningen af. Ik vermoedde dan ook dat ik met dit mooie weer misschien wel voor niets vroeg was opgestaan. Maar aangekomen bij het ACEC-gebouw in Apeldoorn stonden er zo’n 25 mannen (waaronder iemand van in de zeventig die speciaal vanuit Zutphen met de race-fiets was gekomen!), vrouwen en kinderen klaar om te dansen. Allemaal mensen die meer wilden weten over de achtergrond van Balinese dans en zelf ook wel eens een pasje wilden wagen. Waarschijnlijk is het dan toch geen kabar angin (gerucht, letterlijk ‘bericht dat met de wind is meegekomen’) dat Apeldoorn de tweede Indische stad van Nederland is.
Na een korte uitleg over de rol van dans op Bali en een ingekorte warming-up, leerde ik de deelnemers enkele basisbewegingen aan. Daarna studeerden we een vereenvoudigde, op Balinese welkomstdansen geïnspireerde choreografie in die we op gamelanmuziek uitvoerden. Na een uur achter elkaar bewegen begreep iedereen waarom waaiers een nuttig rekwisiet kunnen zijn!
Het programma met lezingen, workshops en films van de Apeldoornse Indische Zomer, georganiseerd door de Stichting Indisch Erfgoed, loopt nog tot en met zaterdag 20 juli a.s. Kijk voor meer informatie op: www.indischerfgoed.nl
Op uitnodiging van Wereldtheater.nl (voormalig Tropentheater, onderdeel van het Tropenmuseum ) verzorgde een docent van DwiBhumi vandaag een aantal workshops Balinees danstheater voor de leerlingen bovenbouw van het Liemers College in Zevenaar.
Na een korte introductie en kennismaking met vier van de beroemde personages uit het van oorsprong Indiase verhaal – prins Rama, zijn vrouw Sita, de demonenkoning Rahwana en Hanoman, de aanvoerder van het apenleger – gingen de leerlingen zelf aan de slag. De opdracht was de Balinese dansbewegingen en het al eeuwenoude verhaal, dat zich in de loop der tijd over heel Azië heeft verspreid, naar hun eigen cultuur en tijd te vertalen.
Met behulp van enkele rekwisieten uit het Balinese danstheater, zoals expressieve maskers, pijl en boog, felgekleurde, met goudverf beschilderde sarongs en angstaan-jagend lange nepnagels, konden de leerlingen zich goed inleven in de verschillende personages uit de scene waarin prinses Sita wordt ontvoerd door de demonenkoning Rahwana. Zo blijkt een op het eerste oog onderdanige prinses best haar mannetje te kunnen staan. En zal een demon weliswaar altijd een demon blijven, maar kan hij toch ook “desperately in love” raken. En is ook een trotse kroonprins wel eens ten einde raad. Maar dat laatste komt heus wel weer goed, mits hij open staat voor de goeie tips van zijn vrienden…….
Balinese dans (dansen = ngigel (laag Balinees) of masolah (hoog Balinees)), tari Bali in het Indonesisch, ligt diep geworteld in de religie; een unieke samensmelting van Hindoeïsme, Boeddhisme en voorouderverering. Tijdens de vele kleurrijke tempelceremonies op het Indonesische vulkaaneiland helpt dans de balans tussen ‘positieve’ en ‘negatieve’ krachten in stand te houden. De Balinese ‘kijk op de wereld’ is gebaseerd op het geloof in een ontastbare, onzichtbare wereld – niskala -, naast een tastbare, zichtbare wereld – sekala -. Het doel van de Balinese religie en de taak van de Balinezen is deze twee werelden steeds opnieuw met elkaar in balans te brengen, waardoor geluk en harmonie in het leven kunnen ontstaan.
Kenmerkend voor de Balinese dans zijn niet alleen de indrukwekkende kostuums, maar vooral ook de expressieve gelaatsuitdrukking, de sierlijke, soms vloeiende en ingetogen, dan weer felle en krachtige hoofd-, nek-, schouder-, arm- vinger- en teen(!)bewegingen. En niet te vergeten de nauwe samenwerking met de muziek, gamelan.
Training van jonge dansers
De training van dansers op Bali begint al op jonge leeftijd. In de bale banjar (open wijkgebouw) van de meeste wijken kun je op gezette tijden of vlak voor een tempelfestival (odalan) kinderen en volwassenen zien oefenen. Er zijn vaak meerdere dansdocenten aanwezig en de meest begaafde leerlingen staan vooraan.
De docent kneedt de lichamen van de dansers in de juiste houding (de basishouding heet agem), net zo lang totdat ze op de muziek van een echt gamelan-orkest mogen oefenen en zich zo kunnen voorbereiden op hun eerste optreden in de tempel.
Taksu
Bij dansen in de tempel gaat het in eerste instantie om religieuze toewijding. Hoogstaande techniek wordt door het kritische publiek van mensen echter wel zeer gewaardeerd en minder bekwame dansers worden vaak zonder pardon uitgelachen. In principe kan en mag iedereen aan een tempelvoorstelling meedoen (op o.a. zwangere vrouwen, vrouwen die in hun menstruatieperiode zitten en rouwenden na).
Een danser wordt beoordeeld naar de mate waarin hij of zij taksu (bezieling) bezit en dit weet over te brengen op het publiek. Het toppunt is bereikt als een danser het karakter dat hij of zij danst niet alleen perfect uitbeeldt, maar ook daadwerkelijk lijkt te worden. Hoe geloofwaardig ben je als danser in de ogen van het publiek? Dat is waar alles om draait.
Videobeelden van een dansles op Bali voor meisjes (ARMA Museum Ubud/Peliatan, docent: Ni Gusti Ayu Raka Rasmi):
Videobeelden van een dansles op Bali voor jongens (ARMA Museum Ubud/Peliatan). De leraar, I Wayan Jayamerta, leert hen de basis van de krijgsdans Baris Tunggal.
Dansgenres – Er is een groot aantal dansgenres op Bali, afhankelijk van plaats (desa), tijd (kala) en situatie (patra). Zo zijn er solodansen waarin je kunt uitblinken en groepsdansen waarin je je achter een meer getalenteerde ‘collega’ kunt verschuilen. Er zijn dansen met of zonder verhaal, maskerdansen, krijgsdansen, hofdansen, dansen die zelf het ritueel vormen (bv. trance-dansen), maar ook dansen die de ceremonie opluisteren en vervolmaken of dienen ter vermaak en educatie van het publiek. Het publiek bestaat voor de Balinezen niet alleen uit de tempelgangers, maar ook uit goden, demonen, voorouders en natuurlijk (buitenlandse) gasten…
Uiteraard werpt het bovenstaande slechts een kleine blik in het hoe en waarom van Balinese dans. Voor wie meer wil weten; lees veel over Bali, volg een workshop of kom naar een van onze lezingen!
Of natuurlijk het allerleukst van alles: ga zelf een keer naar Bali!
Lezen over Bali en Balinese dans
Voor de serieus geinteresseerde raden wij een aantal interessante boeken aan. Hier vindt u een boekenlijst met enkele tips.
Beweegt Bali jou ook? Wikkel je dan eens in een sarong!
…‘vingers als wuivende palmbladeren en ogen als een tijger die plotsklaps uit zijn slaap wordt gewekt…’
DwiBhumi verzorgt door het hele land Balinese dans- en cultuurworkshops voor alle leeftijden. Desgewenst kunnen deze gepaard gaan met een optreden of lezing.
Deze pagina geeft informatie over onze Balinese dansworkshops.
Voor onze overige workshops, bv. offerandes of wayangpoppen maken, kunt u onder het kopje workshops en lezingen Bali kijken.
DANSWORKSHOPS DOOR HET HELE LAND – Onze dansworkshops zijn zo opgebouwd dat er binnen een korte tijd een eenvoudige Balinese dans wordt ingestudeerd, die eventueel voor een publiek kan worden opgevoerd op gamelan-muziek. De nadruk ligt op de basishouding, enkele sierlijke hand- en armbewegingen, alsmede de mimiek en natuurlijk verschillende manieren van voortbewegen.
De workshops kunnen worden geintroduceerd met behulp van het nodige (beeld)materiaal. Zo kan eerst worden kennis gemaakt met de achtergrond van Balinese dans, de kostuums en de betekenis van de bewegingen, alvorens we overgaan tot het aanleren van enkele basisbewegingen.
De duur van de workshops kan varieren en wordt in overleg met u afgestemd. In principe gaan we uit van 60 tot 90 minuten. Het enige dat nodig is van uw kant is een ruimte waar gedanst kan worden en een cd-speler.
Voor onze workshops Balinese dans reizen we op verzoek het hele land door.
De video hieronder toont een impressie van een workshop Balinese dans (basis) van DwiBhumi in onze studio (vanaf. 2:10 min. Daarvoor zijn beelden van een van onze repetities voor een optredens voor de Tong Tong Fair in Den Haag te zien).
KLEDING TIJDENS ONZE BALINESE DANSLESSEN
Tijdens de workshop krijg je een kain of kamben te leen, een geweven of gebatikte doek die je om je heupen draagt. Als je er misschien zelf thuis 1 hebt, mag je die uiteraard ook meenemen! Het is het prettigst als je er in de winter een legging of maillot onder aan hebt. Op Bali dragen de leerlingen tijdens de lessen gewoon een T-shirt. Een balletpakje of topje van stretchmateriaal kan uiteraard ook, wat je zelf het prettigst vindt. Het liefst geen wijd vallende kleding, omdat het dan voor de docent moeilijker corrigeren is. Verder dansen we in principe op blote voeten, maar sokken of dunne balletschoentjes volstaan ook, net wat je prettig vindt.
PRIVE-LESSEN
Wil je serieus de Balinese dans onder de knie krijgen, of heb je al een basis, en wil je die weer opvijzelen, dan is prive-les mogelijk iets voor jou. Uiteraard liggen de prijzen dan hoger, maar alle aandacht van de docent is wel voor de volle 60 minuten voor jou, waardoor je snel vorderingen zult maken!
Balinese dansgroep, Balinese dans, Indonesische dansgroep, Indonesische dans, dansworkshops, lezingen, culturele workshops, verhuur Balinese decoratiematerialen, Balinese catering, cursus bahasa indonesia den haag, Balinese bruiloften en evenementen in Nederland en Belgie