Net terug van een last minute-optreden tijdens een uitje van het Ministerie van Economische Zaken, eindigend in een Indonesisch restaurant aan het Noordeinde in Den Haag.
Als je niet uitkijkt vangt je oor tijdens het dansen meer op dan alleen de metaalachtige klanken van het digitale gamelanorkest. Zo bleek “Indië” onder de aanwezige ambtenaren heel wat meer te leven dan we aanvankelijk vermoedden. Er waren er zelfs die belangwekkende, maar meer verborgen Indische schrijvers als Alfred Birney bleken te kennen. Inderdaad, Den Haag zou geen Den Haag meer mogen heten als de voormalige kolonie, of de uitwerking daarvan op de volgende generaties, niet terloops ter sprake kwam.
Met z’n allen gezeten aan tafeltjes gedekt in een innovatieve blend van Indonesische elementen en Nederlandse soberheid, leek niemand zich te bekommeren om de huidige economische crisis. Het enige waar wij danseressen ons op dat moment overigens druk om maakten was of we wel voldoende ruime hadden om over het smalle gangpad en tussen de trendy tafeltjes door te dansen, zonder per ongeluk het wijntje van één van de voor de gelegenheid in vrijetijdskleding gestoken en gelukkig dito gedrag vertonende landbouwkundig economen om te stoten.
In het kader van de Apeldoornse Indische Zomer van de Stichting Indisch Erfgoed (SIE) gaf ik afgelopen week een lezing over Balinese religie en de daarmee gepaard gaande cultuur van het maken van offerandes. Niet iedereen die zich had aangemeld kwam daadwerkelijk opdagen (het was dan ook ongekend warm voor Nederland), maar of je nu een verhaal houdt voor twee mensen of voor vijftig, je doet gewoon je ding. Bovendien, een klein gezelschap biedt vaak meer ruimte voor discussie en vragen. Vertellen over Bali is nu eenmaal iets dat ik graag doe en het bewuste eiland steekt als ik niet uitkijk zowat in ieder dagelijks gesprek de kop op. Familie en vrienden slaken waarschijnlijk inmiddels een inwendige zucht als ik weer begin met: “Maar op Bali……”.
Helaas liet mijn toch al beperkte technische kennis mij ook ditmaal geheel naar verwachting in de steek, waardoor ik mijn Powerpoint-presentatie niet beeldvullend op het diascherm kreeg. Er waren verder ook geen Apple-kenners in de zaal. Ik zag door dit mankement het effect van mijn met liefde uitgekozen foto’s met zeker vijftig procent afnemen. Gelukkig bestaat er zoiets als een Mac-Helpdesk (24 uur per dag telefonisch bereikbaar!), waardoor dit probleem zich in de toekomst niet meer voor zal doen.
Door middel van veel dia’s en materialen uit Bali probeerde ik het publiek mee te nemen naar de gedachtenwereld van de Balinezen, die er een eigen vorm van Hindoeïsme, heel anders dan in bijvoorbeeld India, op na houden. Ik hoop dan ook dat na afloop iets duidelijker is geworden waarom er op Bali iedere dag en keer op keer nieuwe offerandes, groot en klein, gemaakt dienen te worden. Kort gezegd heeft dit alles te maken met het geloof in een wereld van geesten en goden en het hiernamaals. Op de foto van offerschrijntjes bij de stalletjes van marktkoopvrouwen hieronder wordt direct zichtbaar hoe belangrijk de verbintenis is van Balinezen met de onzichtbare wereld (niskala). En dit is uiteraard slecht een voorbeeld.
Vrijwel alle aanwezigen hadden al eens een bezoek aan Bali gebracht en vragen kwamen dan ook onmiddellijk los. Want echt gemakkelijk is het over het algemeen niet om daar ter plekke een antwoord te ontfrutselen aan bijvoorbeeld de schoonmaakster van je hotelkamer. De cultuur is er meer één van doen in plaats van analyseren. Er heerst een soort algemeen bewustzijn dat het maken van offerandes onontbeerlijk is voor het in balans houden van de orde in de kosmos en dus in je eigen leven. Zo deden de voorouders het en hun voorouders ook, dus zo moet het zijn. En wat die offerandes dan allemaal betekenen, daar heb je specialisten voor (tukang banten) en natuurlijk de pedanda, hogepriesters. De rest van de bevolking antwoordt vaak simpelweg met “Mula keto”, “Zo gaat het hier nu eenmaal”! Niet omdat ze geen zin hebben om je te woord te staan, maar omdat ze je het antwoord waarschijnlijk daadwerkelijk schuldig moeten blijven. Rituelen bestaan nu eenmaal bij de gratie van de precieze uitvoering ervan. En wees eerlijk, wie in Nederland staat er nu telkens stil bij de betekenis van Pinksteren, Pasen, en Goede Vrijdag?
Vier jaar na de eerste editie vindt van 1 – 4 augustus 2013 op de Universitas Pendidikan Ganesha oftwel Undiksha in Singajara, Noord-Bali, het tweede International Conference & Festival for North Balinese culture plaats. De organisatie is in handen van een gecombineerd Balinees-Nederlands team van experts: I Gede Yudi Gautama, Hedi Hinzler, Henrice Vonck, I Gede Sanat Kumara en I Gusti Bagus Sudyatmaka Sugriwa.
Innovatie en creativiteit – Het thema van dit jaar is ‘Innovation and Creativity’. Een thema gebaseerd op de overtuiging dat Noord-Bali’s unieke cultuur de capaciteit heeft om zichzelf met een eigen artistieke handtekening op het wereldpodium te zetten, gekenmerkt door historische en hedendaagse vernieuwingen in de uitvoerende kunsten. Of, in de woorden van Popo Danes, architect van Noord-Balinese komaf met internationale faam: “De toekomst van Bali ligt in Noord-Bali.”
Registratie – De conferentie en het festival staan open voor een wijd publiek van kunstenaars, wetenschappers, kunstliefhebbers en toeristen. Om deel te nemen aan de conferentie is registratie nodig. Het festival is vrij toegankelijk, behalve de Grand Opening die alleen voor genodigden is.
Singaraja – Singaraja is een havenstad waar ook Nederlands koloniaal erfgoed te vinden is. Een bezoek aan Noord-Bali laat je kennis maken met een deel van het eiland dat nog niet zo is overspoeld door het toerisme en dat geheel eigen kunst- en cultuurvormen kent.
De Nederlandse Stichting Taksu ondersteunt een nieuw Balinees initiatief. De herbruikbare Tas Pasar!
Bali wordt geconfronteerd met een overconsumptie van plastic tassen. Per dag worden meer dan 4 miljoen pastic tassen uitgedeeld in winkels en op markten! Na gebruik worden deze tassen verbrand langs de kant van de weg of op erfen. De giftige rook die vrijkomt bij het verbranden van de tassen is een bedreiging voor het milieu en de volksgezondheid. Als speciaal project ondersteunt de Nederlandse stichting Taksu in 2013 de campagne Bawa Tas Sendiri, oftewel Neem Je Eigen Tas Mee!
Tas Pasar en Komang Arnawa –Op inititief van Komang Arnawa, tweevoudig wereldkampioen bodybuilding uit Bali, wordt er een alternatieve tas geproduceerd, in samenwerking met het naaiatelier van de Australier David 3rdborn in Kuta. Deze Tas Pasar is een grote boodschappentas die geschikt is voor hergebruik. De opdruk maakt de gebruikers bewust van het probleem en wil hen aanmoedigen: Neem Je Eigen Tas Mee naar de winkel en de markt! Maak Bali vrij van plastic! (www.facebook.com/TasPasar).
Doneer –Met de aankoop en verspreiding van 500 tassen ondersteunt Taksu de start van deze campagne in Noord-Bali. Eén tas kost 32 cent…Help de stichting om hun doel te verwezenlijken. Ga naar www.taksu.nl en doneer!
Meer over Stichting Taksu – Stichting Taksu stimuleert de Balinese kunst en cultuur op regionaal, lokaal en individueel niveau. Jong talent, bijzondere initiatieven en bevlogenheid moedigen zij aan met financiële bijdragen en beurzen. De stichting heeft een fonds voor niet-draagkrachtigen, om hen toegang te verschaffen tot een goede opleiding, te begeleiden bij het vinden van werk of het opstarten van een eigen onderneming. Door actieve fondsenwerving willen zij de continuïteit van onze bijdragen garanderen. Dat maakt hen, met een lokale afdeling, een aantrekkelijk particulier fonds dat de Balinese kunst en cultuur de kans geeft.
AANBIEDING: bij aankoop van een schilderij van de Balinese schilder I Gusti Putu Sana krijgt u nu het boek “The art of Bali: Reflections of Faith. The history of painting in Batuan, 1834-1994“ van Klaus D. Hohn (Pictures Publishers 1996, 204 p., ca. 285 ill.) ter waarde van minimaal 80 Euro cadeau (zolang de voorraad strekt)!
DwiBhumi haalde enkele jaren geleden een aantal werken van de Balinese schilder I Gusti Putu Sana uit Pengosekan, Midden-Bali, naar Nederland om hem en zijn familie te helpen in economisch moeilijke tijden. In 2007 werden de werken al tentoongesteld in Galerie “De Coninck” in ‘s-Graveland. De Stichting Indisch Erfgoed wijdde onder andere in 2009 in samenwerking met Museum Coda in Apeldoorn een tentoonstelling aan deze schilder.
Enkele van deze werken zijn nog te koop (inclusief lijst). De gehele opbrengst komt ten goede aan de schilder en zijn familie!
Klik hier voor meer informatie en voor foto’s van de schilderijen.
Neem voor bezichtiging en prijsinfo (tussen de 200 en 350 Euro) contact met ons op.
Op dit weblog en onze website kunt u meer lezen over onze activiteiten op het gebied van Balinese dans (en andere Indonesische dansvormen) en cultuur. Dank voor uw bezoek!
Nog een, haast beschimmelde, foto uit de oude doos. Tijdens het Pesta Kesenian Bali (PKB) in 1994, het jaarlijkse Art Festival in het schitterende complex van Taman Budaya Bali, Denpasar, waar ik destijds vlakbij woonde, mocht ik, samen met een danser van het ensemble Printing Mas, de Balinese dans van de flirtende bijen Oleg Tambulilingan uitvoeren. Andere danseressen fluisterden mij tijdens het repetitieproces in de bale banjar (open wijkgebouw) steeds benijdenswaardig toe dat ik de verleidingstechnieken van deze Balinese Casanova zeker niet zou kunnen weerstaan.
Maar na een solo van tien minuten, waarbij je in een continue diepe kniebuiging moet staan en je met je bovenlijf bijna horizontaal zijwaarts gebogen moet blijven, staat je hoofd uiteraard nergens anders meer naar dan hoe de resterende vier minuten van de dans te overleven. En dan maar blijven glimlachen naar je mannelijke danspartner die dan pas, en nog geheel onbezweet, ten tonele verschijnt!
Maar eerlijk is eerlijk, in zo’n prachtige setting dans je niet vaak, en al zeker niet in Nederland. En ook niet voor zo’n kritisch publiek van louter kunstminnende Balinezen! Een echte vuurdoop dus. Bovendien door een live gamelan-orkest begeleid, wat veel opzwepender is dan muziek van cd waar we het hier in Nederland vaak mee moeten doen.
Ik werd aangekleed door twee Balinese vrouwen die mij blijkbaar nog niet lang genoeg vonden en dus mijn gelungan (hoofdtooi) met gouden bloemen extra hoog maakten…. en dus ook extra zwaar! In die tijd had ik pas een jaar les gehad en was dit dus een ware beproeving. Maar zeker ook een hele eer om uitgenodigd te worden.
Dank en hulde aan mijn docente Ibu Jero Made Puspawati die zich met recht een Seniman Tua of Seniman Werdha, titel voor senior Balinees danskunstenaar, mag noemen!
Wil je eens kijken hoe een Balinese Oleg Tambulilingan-dans eruit ziet? Kijk dan bijvoorbeeld eens op onze video-pagina,
Bronbeek organiseerde in samenwerking met de Stichting Indisch Erfgoed op 4 november 2012 een themadag over Balinese cultuur met lezingen door Henk Schulte Nordholt en Hedi Hinzler, een interview met Marion Bloem door Bert Paasman en een Balinese hofdans van DwiBhumi.
Velen kennen Bali louter als toeristisch oord, waar je de heerlijkste cocktails kunt drinken terwijl je je vergaapt aan de balanceertrucs van de gespierde en gebruinde torso’s van roemruchte Balinese Beach Boys. Maar Bali is natuurlijk meer!
Zo belichtte Henk Schulte Nordholt in zijn lezing, gebaseerd op zijn boek “Bali, an open fortress, 1995-2005” (Kitlv Press, 2007), de vele uitdagingen waar het eiland op het gebied van met name natuur en religie voor staat. Hedi Hinzler bracht heden en verleden samen door in te gaan op het oude Balinese opera-genre Gambuh, dat momenteel nieuw leven ingeblazen wordt. In Gambuh worden door een grote groep acteurs/dansers/zangers de verhalen over prins Panji uit de Javaanse Malat-cyclus vertolkt. Panji is een dolende ridder, altijd en eeuwig op zoek naar de liefde. De Balinesen hebben deze verhalen uiteraard in een Balinees jasje gestoken.
Hier konden wij met onze gedanste hofdansscene uit de Malat, over de koning van Lasem die prinses Langkesari wil schaken, mooi bij aansluiten (video Legong Keraton Lasem). Fijn om van de gelegenheid gebruik te mogen maken onze dans van te voren in te leiden en wat bewegingen toe te lichten. Menigeen liet weten dit erg op prijs te stellen omdat men zo het gedanste verhaal beter kon volgen.
Tijdens de pauze, die in het teken stond van het heerlijke Indische buffet verzorgd door de Kumpulan op Bronbeek, liet Hedi Hinzler enkele oude films over Bali zien, waaronder “Legong, dance of the Virgins”. Hierin komen op bijzondere en voor de huidige tijd tevens hilarische wijze, westerse romantiek en Balinese cultuur, gamelan en o.a. pianomuziek, samen.
Na de break, waarin het publiek tevens het Museum Bronbeek kon bezoeken, interviewde literatuurwetenschapper (koloniale en postkoloniale literatuur) Bert Paasman schrijfster Marion Bloem over haar ervaringen op Bali en haar meest recente boek “Een meisje van honderd”.
Jammer dat wij als dansers na afloop altijd weer naar de kleedruimte moeten terugkeren. De kans is dan groot dat vrienden en bekenden alweer huiswaarts zijn gegaan! Maar tijdens dit soort dagen weten we in ieder geval weer waarom we zo van Bali houden…
DwiBhumi is een van de weinige in Balinese dans gespecialiseerde gezelschappen in Nederland. Het is onze passie om de sfeer van Bali onder andere door middel van onze dans dicht bij ons publiek te brengen en u zo het gevoel te geven u even echt op Bali te bevinden.
Bali kent veel verschillende dansvormen voor diverse situaties, zoals religieuze (tempel)festivals, overgangsrituelen, waaronder huwelijken en crematies of begrafenissen, maar ook bijvoorbeeld voor artfestivals en danswedstrijden.
Door op de foto’s hieronder te klikken kunt u meer lezen over de Balinese dansen die DwiBhumi onder andere uitvoert. Ook hier in Nederland kunt u dus van de feestelijke warmte van Bali genieten!
Indien gewenst kunnen wij, naast Balinese dansen, ook dansen uit andere delen van Indonesië, zoals West, Midden en Oost Java verzorgen.
Wilt u verder gaan dan alleen Balinese dansen, dan kunnen wij u ook helpen bij de invulling van uw (bedrijfs)feest of bruiloft in de sfeer van Bali. Kijkt u gerust verder op onze website voor meer inspiratie!
Ook nieuwsgierig geworden? Neem gerust contact met ons op.
Vorig jaar, toen ik tijdelijk een bijbaan had als verzorgende in Het Dorp in Arnhem, beloofde ik de 17 bewoners van de Roedelweg dat ik ze een keer zou komen verrassen met een optreden Balinese dans. Indische collega Larissa zou wel voor een Indonesische maaltijd zorgen. Afgelopen vrijdag, 23 juni, kwam het er dan eindelijk van. Met wat parasollen en Balinese doeken toverden we de gezamenlijke eetruimte om in een klein Balinees paradijsje. Het weer zat niet mee, maar, wat zeur ik, we zaten binnen. En sowieso zeur je een heel stuk minder als je denkt aan al die mensen die hun leven lang gekluisterd zitten aan hun rolstoel. In eerste instantie leek het mij dan ook nogal paradoxaal om voor mensen met een lichamelijke beperking een dansoptreden te komen verzorgen. Dat vond men in Het Dorp echter helemaal niet! Of ik ooit gehoord had van rolstoeldansen?
Dat laat maar weer eens laat zien dat dans een universele uiting van de mens is en niet is voorbehouden aan een select groepje soepel gebouwde freaks. De bewoners van Het Dorp zijn naar mijn mening juist extreem soepel van geest. Zo soepel zelfs dat ze zich niet laten weerhouden door een protesterend lijf.
Balinese dans (dansen = ngigel (laag Balinees) of masolah (hoog Balinees)), tari Bali in het Indonesisch, ligt diep geworteld in de religie; een unieke samensmelting van Hindoeïsme, Boeddhisme en voorouderverering. Tijdens de vele kleurrijke tempelceremonies op het Indonesische vulkaaneiland helpt dans de balans tussen ‘positieve’ en ‘negatieve’ krachten in stand te houden. De Balinese ‘kijk op de wereld’ is gebaseerd op het geloof in een ontastbare, onzichtbare wereld – niskala -, naast een tastbare, zichtbare wereld – sekala -. Het doel van de Balinese religie en de taak van de Balinezen is deze twee werelden steeds opnieuw met elkaar in balans te brengen, waardoor geluk en harmonie in het leven kunnen ontstaan.
Kenmerkend voor de Balinese dans zijn niet alleen de indrukwekkende kostuums, maar vooral ook de expressieve gelaatsuitdrukking, de sierlijke, soms vloeiende en ingetogen, dan weer felle en krachtige hoofd-, nek-, schouder-, arm- vinger- en teen(!)bewegingen. En niet te vergeten de nauwe samenwerking met de muziek, gamelan.
Training van jonge dansers
De training van dansers op Bali begint al op jonge leeftijd. In de bale banjar (open wijkgebouw) van de meeste wijken kun je op gezette tijden of vlak voor een tempelfestival (odalan) kinderen en volwassenen zien oefenen. Er zijn vaak meerdere dansdocenten aanwezig en de meest begaafde leerlingen staan vooraan.
De docent kneedt de lichamen van de dansers in de juiste houding (de basishouding heet agem), net zo lang totdat ze op de muziek van een echt gamelan-orkest mogen oefenen en zich zo kunnen voorbereiden op hun eerste optreden in de tempel.
Taksu
Bij dansen in de tempel gaat het in eerste instantie om religieuze toewijding. Hoogstaande techniek wordt door het kritische publiek van mensen echter wel zeer gewaardeerd en minder bekwame dansers worden vaak zonder pardon uitgelachen. In principe kan en mag iedereen aan een tempelvoorstelling meedoen (op o.a. zwangere vrouwen, vrouwen die in hun menstruatieperiode zitten en rouwenden na).
Een danser wordt beoordeeld naar de mate waarin hij of zij taksu (bezieling) bezit en dit weet over te brengen op het publiek. Het toppunt is bereikt als een danser het karakter dat hij of zij danst niet alleen perfect uitbeeldt, maar ook daadwerkelijk lijkt te worden. Hoe geloofwaardig ben je als danser in de ogen van het publiek? Dat is waar alles om draait.
Videobeelden van een dansles op Bali voor meisjes (ARMA Museum Ubud/Peliatan, docent: Ni Gusti Ayu Raka Rasmi):
Videobeelden van een dansles op Bali voor jongens (ARMA Museum Ubud/Peliatan). De leraar, I Wayan Jayamerta, leert hen de basis van de krijgsdans Baris Tunggal.
Dansgenres – Er is een groot aantal dansgenres op Bali, afhankelijk van plaats (desa), tijd (kala) en situatie (patra). Zo zijn er solodansen waarin je kunt uitblinken en groepsdansen waarin je je achter een meer getalenteerde ‘collega’ kunt verschuilen. Er zijn dansen met of zonder verhaal, maskerdansen, krijgsdansen, hofdansen, dansen die zelf het ritueel vormen (bv. trance-dansen), maar ook dansen die de ceremonie opluisteren en vervolmaken of dienen ter vermaak en educatie van het publiek. Het publiek bestaat voor de Balinezen niet alleen uit de tempelgangers, maar ook uit goden, demonen, voorouders en natuurlijk (buitenlandse) gasten…
Uiteraard werpt het bovenstaande slechts een kleine blik in het hoe en waarom van Balinese dans. Voor wie meer wil weten; lees veel over Bali, volg een workshop of kom naar een van onze lezingen!
Of natuurlijk het allerleukst van alles: ga zelf een keer naar Bali!
Lezen over Bali en Balinese dans
Voor de serieus geinteresseerde raden wij een aantal interessante boeken aan. Hier vindt u een boekenlijst met enkele tips.
Balinese dansgroep, Balinese dans, Indonesische dansgroep, Indonesische dans, dansworkshops, lezingen, culturele workshops, verhuur Balinese decoratiematerialen, Balinese catering, cursus bahasa indonesia den haag, Balinese bruiloften en evenementen in Nederland en Belgie