> terug naar dansrepertoire DwiBhumi
Met name in de jaren ’40 tot en met ’60 waren de tari bebancihan, de zogenaamde cross dress dansen, uitzonderlijk populair. Sommigen hebben de tand des tijds overleefd. De Panji Semirang wordt gedanst door een danseres die een mannenrol uitbeeld.
Kenmerkend is de lange kain – heupdoek – die aan de zijkant wordt gedragen en waarmee eveneens bewegingen worden verfraait. Soms wordt er gebruik gemaakt van een waaier (kipas of kepet).
In deze solodans gaat prinses Candra Kirana, verkleed als man op zoek naar haar geliefde, prins Panji. Prins Panji wordt door een andere prinses, die zich voordoet als zijn geliefde, bedrogen. Na allerlei omzwervingen komt de prins erachter dat hij in de maling genomen is. Tijdens een gevecht vindt Panji zijn ware liefde terug. Maar niet voordat zij hem, in opdracht van de goden verkleed als man, met haar haarspeld heeft verwond.
Deze dans heeft als basis een scene uit de Malat, een van oorsprong Javaanse verhalencyclus over de “dolende ridder” Panji, die voortdurend op zoek is naar zijn geliefde.
Foto’s: Ada de Haan