Tari Puja Bhumi, van eigen makelij, is de maskotte-dans van DwiBhumi. De dans is een eerbetoon aan onze aarde, met haar flora en fauna en herinnert ons eraan dat we zuinig met onze levensbronnen om moeten gaan. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor het nageslacht.
Tijdens de Tong Tong Fair 2015 bracht DwiBhumi deze dans voor het eerst ten tonele. Hieronder een compilatie:
Op Bali brengen vrouwen regelmatig offerandes gevuld met o.a. fruit, koek en bloemen naar de tempel. Sommige offerandes worden op een speciale standaard, dulang geheten, op het hoofd gedragen. Ook in onze Puja Bhumi-dans dansen we met dulang, met daarop een offerschaaltje – bokor– met bloemen en wierook. Zo brengen we een ode aan onze aarde!
Op uitnodiging van Wereldtheater.nl (voormalig Tropentheater, onderdeel van het Tropenmuseum ) verzorgde een docent van DwiBhumi vandaag een aantal workshops Balinees danstheater voor de leerlingen bovenbouw van het Liemers College in Zevenaar.
Na een korte introductie en kennismaking met vier van de beroemde personages uit het van oorsprong Indiase verhaal – prins Rama, zijn vrouw Sita, de demonenkoning Rahwana en Hanoman, de aanvoerder van het apenleger – gingen de leerlingen zelf aan de slag. De opdracht was de Balinese dansbewegingen en het al eeuwenoude verhaal, dat zich in de loop der tijd over heel Azië heeft verspreid, naar hun eigen cultuur en tijd te vertalen.
Met behulp van enkele rekwisieten uit het Balinese danstheater, zoals expressieve maskers, pijl en boog, felgekleurde, met goudverf beschilderde sarongs en angstaan-jagend lange nepnagels, konden de leerlingen zich goed inleven in de verschillende personages uit de scene waarin prinses Sita wordt ontvoerd door de demonenkoning Rahwana. Zo blijkt een op het eerste oog onderdanige prinses best haar mannetje te kunnen staan. En zal een demon weliswaar altijd een demon blijven, maar kan hij toch ook “desperately in love” raken. En is ook een trotse kroonprins wel eens ten einde raad. Maar dat laatste komt heus wel weer goed, mits hij open staat voor de goeie tips van zijn vrienden…….
AANBIEDING: bij aankoop van een schilderij van de Balinese schilder I Gusti Putu Sana krijgt u nu het boek “The art of Bali: Reflections of Faith. The history of painting in Batuan, 1834-1994“ van Klaus D. Hohn (Pictures Publishers 1996, 204 p., ca. 285 ill.) ter waarde van minimaal 80 Euro cadeau (zolang de voorraad strekt)!
DwiBhumi haalde enkele jaren geleden een aantal werken van de Balinese schilder I Gusti Putu Sana uit Pengosekan, Midden-Bali, naar Nederland om hem en zijn familie te helpen in economisch moeilijke tijden. In 2007 werden de werken al tentoongesteld in Galerie “De Coninck” in ‘s-Graveland. De Stichting Indisch Erfgoed wijdde onder andere in 2009 in samenwerking met Museum Coda in Apeldoorn een tentoonstelling aan deze schilder.
Enkele van deze werken zijn nog te koop (inclusief lijst). De gehele opbrengst komt ten goede aan de schilder en zijn familie!
Klik hier voor meer informatie en voor foto’s van de schilderijen.
Neem voor bezichtiging en prijsinfo (tussen de 200 en 350 Euro) contact met ons op.
Op dit weblog en onze website kunt u meer lezen over onze activiteiten op het gebied van Balinese dans (en andere Indonesische dansvormen) en cultuur. Dank voor uw bezoek!
In 1968 presenteerde Indonesië’s roemruchte tweede president, Soeharto, het eerste van een reeks ‘Repelita’ (acroniem van Rencana Pembangunan Lima Tahun), zogenaamde vijfjarenplannen. Met behulp van deze plannen wilde zijn regering de bevolking van de diverse regio’s bewust maken van het belang van een eensgezinde natie. Om eventuele jaloezie tussen de verschillende eilanden van de archipel te voorkomen (Aceh heeft olie, Bali toerisme etc.), moest hun gezamenlijke historische achtergrond worden benadrukt. Zo werd de zeer gevarieerde regionale cultuur van het grote eilandenrijk ondergeschikt aan één nationale cultuur in wording.
Na het oprichten van conservatoria op onder andere Java en Bali eind jaren ’60, kreeg een aantal choreografen opdracht van overheidswege om massale dansproducties te maken voor grote podia. Tijdens deze Sendratari (weer een acroniem, ditmaal van seni (kunst), drama (drama/toneel) en tari (dans)) wordt ook vaak nu nog rond 17 augustus, Hari Raya Merdeka (nationale Bevrijdingsdag), de geboorte van de eenheidsstaat Indonesië met veel pracht en praal ten tonele gebracht. Een ander voorbeeld van opgelegd nationalisme vanuit de regering is het instellen van de Hari Pahlawan, nationale Heldendag, jaarlijks terugkerend op 10 november. Eén van de keer op keer gelauwerde helden is Untung Surapati, een Balinese slaaf die de sociale ladder steeds hoger beklom en het Nederlandse leger in de VOC-tijd een lesje leerde. Over hem dadelijk meer.
In de jaren volgend op het aftreden van Soeharto (1998) leek er meer ruimte te komen voor de afzonderlijke regio’s om hun eigen identiteit zichtbaarder te maken. Een tendens die momenteel over de hele wereld waarneembaar is en misschien juist wel door de mondialisering lijkt te worden aangewakkerd. Echter, zoals het zo vaak gaat in naties waar een dictator van zijn sokkel valt, is er vrijwel direct na die val sprake van algehele chaos en verwarring. Meerdere groeperingen wedijveren om de macht. Zo krijgt ook in Indonesië een fundamentalistisch Islamitische gedachtengang steeds meer voet aan wal en probeert er bijvoorbeeld een anti-pornowet door te voeren. Dit zou kunnen gaan betekenen dat Balinese vrouwen niet meer met hun doorzichtige kanten kebaya’s in tempels mogen verschijnen en dat danskostuums die de schouders onbedekt laten, zoals bij zeer veel Balinese (tempel)dansen het geval is, ‘not-done’ kunnen gaan worden. Bovendien zouden bepaalde heupwiegende bewegingen die in allerlei dansvormen over de gehele archipel voorkomen (met name in de populaire muziek- en danssoorten Jaipongan en Dangdut) als aanstootgevend kunnen worden ervaren en dus volgens menig imam verboden moeten worden. Tot nu toe blijft het echter bij een, weliswaar steeds heftiger wordende, discussie. De stem van het volk is vooralsnog te sterk. Maar je kunt je afvragen of het simpelweg een geval van is van ‘godsdienstvrijheid’ dat er vlak bij (en hoger gelegen dan) de Pura Ulun Danu, een van de belangrijkste Hindoe-tempels op Bali, een moskee is verrezen. En waarom er op de spandoeken van diverse bakso-kraampjes nu opeens ‘halal’ wordt vermeld. In reactie daarop is er dan natuurlijk meteen ook maar een ‘bakso Bali’-variant in het leven geroepen. Eentje met varkensvlees dus. Maar ik dwaal af.
Op welke manier laten Indonesische choreografen zich eigenlijk inspireren door hun nationale geschiedenis? Als voorbeeld neem ik de choreografie Legong Untung Surapati van Guruh Sukarnoputra, notabene de jongste zoon van Indonesië’s eerste president, Sukarno (of Soekarno), het boegbeeld van het nationalisme (ik geef toe, één voorbeeld is een beetje aan de karige kant, maar anders wordt het een nog langer verhaal… dit is internet, bedoelt om te zappen, dus u bent vast een van de weinigen die het leest, waarvoor ik u zeer erkentelijk ben).
Deze dans, kwa structuur, beweging en kostuums geïnspireerd op het klassieke, of traditionele zo u wilt, Balinese hofdansgenre LegongKeraton, vertelt het verhaal van een 17e eeuwse held die zich vanuit Bali als slaaf liet verkopen op een VOC-schip. Kapitein Moor had bewondering voor hem en gaf hem de bijnaam ‘Si Untung’ – ‘De Gelukkige’. In Batavia, het huidige Jakarta, aangekomen genoot hij in eerste instantie dan ook grote vrijheid. Op een dag echter begon hij een affaire met de dochter van de kapitein, Suzanne.
Dit moest hij bekopen met een gevangenisstraf. Untung wist te ontsnappen en maakte uit wraak met een bende heel Batavia onveilig. Toch won hij later het vertrouwen van de Nederlanders terug en werkte zich zelfs op tot luitenant van het VOC-leger. Hij speelde echter op listige wijze de sultan van Surakarta en de Nederlanders tegen elkaar uit, waardoor hij er uiteindelijk in slaagde het Nederlandse leger, dat onder leiding van kapitein François Tack stond, in de val te lokken. Hierna stelde hij zichzelf aan als Sultan van Pasuruhan. ‘De Gelukkige’ versloeg nog vele koninkrijken, maar stierf uiteindelijk toch een zeer ongelukkige, maar heldhaftige dood in een gevecht tegen de Nederlanders in 1706.
In zijn moderne Legong heeft Guruh op creatieve wijze gebruik gemaakt van allerlei props die er niet om liegen, zoals een pistool en een groot masker van een blanke man met baard, Kapitein Tack die er van langs krijgt voorstellende (zie foto hieronder). Er wordt door de spelers van het Balinese gamelan-orkest op trommels geroffeld en dansers dragen rood-witte sjerpen daar waar zij de Indonesische kant van het leger verbeelden. Rood en wit zijn immers de kleuren van de Indonesische vlag. Het is actie en drama ten top. Een sterk staaltje geschiedenis en vaderlandsliefde samenkomend op het toneel.
Als ik nu in de Tweede Kamer zat zou ik dus nog maar eens goed nadenken over het te hard dichtdraaien van de subsidiekraan voor kunst en cultuur…
Maar ook als Indonesiër anno twee-duizend-en-twaalf kun je niet om Untung Surapati heen. Zo heeft Jakarta een universiteit naar hem vernoemd en dragen wegen op de diverse eilanden zijn naam. Tevens schittert hij als hoofdrolspeler in stripverhalen en televisiedrama’s. Je komt hem zelfs tegen als personage in de gelijknamige roman van Melati van Java (pseudoniem voor Nicolina Maria Sloot), een Indische schijfster uit het voormalige Nederlands-Indië (zie bijvoorbeeld www.damescompartiment.nl).
Jammer dat ik u momenteel bovenstaande dansscène, met onder andere de onlangs gehuldigde danseres A.A. Ayu Bulantrisna Djelantik, schuldig moet blijven, daar ik mijn video-band van de voorstelling nog moet laten digitaliseren. Hopelijk duurt dat niet lang meer. Vooralsnog mijn excuus!
De Baris is van oorprong een rijdans (baris = rij) voor mannen die zich voorbereiden op de strijd. Veel van deze dansen zijn genoemd naar het attribuut dat de krijgers bij zich dragen, bijvoorbeeld een speer of een schild. Uit deze krijgsdansen is later een solodans ontwikkeld, BarisTunggal, voor een virtuoze danser die alle emoties die gepaard gaan met het aangaan van een gevecht toont. Vooral de mimiek is in deze dans erg belangrijk.
De meeste dansvoorstellingen op Bali, bv. tijdens een tempelceremonie, worden geopend met een tari panyambutan, oftwel een welkomstdans. Bali kent een groot aantal van deze, relatief korte dansen (ca. 10 minuten). Veel van deze dansen worden gedanst met een zogenaamde bokor, een mooi versierde offerschaal gevuld met bloemen. Aan het einde van de dans strooien de danseressen de bloemen als eerbetoon en welkom naar het publiek.
DwiBhumi voert een aantal verschillende Balinese klassieke en hedendaagse welkomstdansen uit, waaronder: Panyembrama, Gabor, Pendet, Puspanjali en Sekar Jagat.
Op de video hieronder voeren Nova Marseline en Aafke de Jong de tari Panyembrama uit met een live gamelanorkest onder begeleiding van Made Agus Wardana in de Balinese tempel in het park Pairi Daiza, dichtbij Brussel.
Deze vrolijke en elegante dans van de Balinese danser en choreograaf I Ketut Rena, beschrijft het overgangsstadium van jonge meisjes die vrouw worden. De choreograaf heeft daarom als thema voor deze dans ‘ontluikende bloemen’ genomen. De invloeden van het West-Javaanse dans- en muziekgenre Jaipongan benadrukken het verleidelijke karakter van de dans. Het woord kembang betekent ‘bloem in het Indonesisch en girang is ‘vrolijk, blij’.
DwiBhumi danst de tari Kembang Girang tijdens de Tong Tong Fair 2013 in Den Haag
DwiBhumi dances Kembang Girang during the Tong Tong Festival 2013
Balinese dansgroep DwiBhumi voert de tari Kembang Girang uit in een verzorgingstehuis in Enschede (mei 2014). Foto: Ada de Haan
Scene uit de tari Kembang Girang door DwiBhumi – foto: wildcart
DwiBhumi danst de tari Kembang Girang tijdens de Tong Tong Fair 2013 – foto: LemonEyes
Duet tussen twee hommels die in een tuin van bloem tot bloem vliegen en een verleidingsdans uitvoeren.
I Nyoman Sura uit Bali in Oleg Tambulilingan – Tong Tong Fair 2013
Oleg Tambulilingan door DwiBhumi tijdens de Tong Tong Fair 2013 – foto: Marcel van Beek
Deze dans heeft een bijzondere geschiedenis. Begin jaren ’50 nam de Amerikaan John Coast het initiatief om voor het eerst een Balinese dans- en gamelangroep naar de USA te halen. Dit was de groep Gunung Sari uit Peliatan onder leiding van Anak Agung Gede Mandera. Voor deze tournee vroeg hij de Balinese meester-danser en choreograaf I Ketut Maria (spreek uit: Mario) een nieuw energiek duet te maken voor een man en een vrouw. Danseres Ni Gusti Ayu Raka Rasmi (te gast in Nederland in 2010 tijdens het Tong Tong Festival) en danser I Sampih dansten de eerste versie van de Oleg Tambulilingan.
In het huidige Bali, waar mannelijke dansers schaars zijn, wordt de rol van de mannetjeshommel vaak door een vrouw gedanst. Bijzonder aan de dans is dat de danseres bewegingen maakt met haar armen hoog boven het hoofd geheven, hetgeen voor die tijd erg vooruitstrevend was. Ook wordt het bovenlichaam tijdens een groot deel van de solo van de vrouwtjesbij vrijwel horizontaal gehouden, wat een groot beroep doet op het uithoudingsvermogen van de danseres.
Deze relatief jonge welkomstdans is in 2004 ontworpen als maskotte-dans van de hoofdstad van Bali, Denpasar. De gardenia-bloem is immers het symbool van deze stad. DwiBhumi is dan ook trots deze dans sinds 2016 aan het repertoire te mogen toevoegen. Tari Sekar Jemipiring gaat over de spierwitte jempiring-bloem waarvan de bedwelmende geur zich naar alle windrichtingen verspreidt. Deze dans ging bij DwiBhumi in première tijdens de Tong Tong Fair 2016.
In deze welkomstdans, met prachtige kostuums, wordt de alom geroemde kenanga-bloem, ook wel bekend als ylang-ylang verbeeld. De danseressen tonen hun elegantie door middel van gratieuze bewegingen, synchroom met de muziek van de gamelan. Op Bali wordt deze bedwelmend geurende bloem gebruikt in offerandes en bijvoorbeeld in olien tegen kwade geesten.
Hieronder een videofragment van ons optreden tijdens de Tong Tong Fair van 2015:
Balinese dansgroep, Balinese dans, Indonesische dansgroep, Indonesische dans, dansworkshops, lezingen, culturele workshops, verhuur Balinese decoratiematerialen, Balinese catering, cursus bahasa indonesia den haag, Balinese bruiloften en evenementen in Nederland en Belgie