Het Tong Tong Festival had voor mij dit jaar een speciale lading. Nyoman Sura was uit Bali overgekomen om als één van de gastdansers van het gelegenheidstrio Sang Penari (samen met dansers Agung Gunawan en zijn vrouw Daesylina Da Ary uit Java) deel te nemen aan het programma van het Tong Tong Festival. Sura staat bekend om zijn vernieuwende invloed op de hedendaagse Balinese dans. Maar je kunt pas vernieuwen als je je geschiedenis kent en dat doet Sura dan ook.
Samen dansten we het inmiddels klassieke duet Oleg Tambulilingan uit de jaren ‘50, wat toch wel een droom van mij was. Helaas konden we van tevoren niet repeteren want Sura was ziek geworden, waarschijnlijk vanwege de kou waaraan hij niet gewend was. Nu staat de choreografie min of meer vast en past de mannelijke danser zich over het algemeen aan aan de vrouwelijke rol, dus ik vertrouwde erop dat het goed zou komen.
Vlak voordat we op moesten was Sura er echter nog niet. Het bleek dat hij vanwege de kou toch maar besloten had om een blouse met lange mouwen en sokken aan te trekken. Gelukkig bood danseres Roxanne Spijkers aan om tijd te rekken door zich te laten interviewen door de presentator, ons aller Oom Nono en enkele bewegingen voor te doen aan het publiek. Uiteindelijk kon het moment niet uitblijven. Daar kwam Sura aan en Oom Nono kon onze dans aankondigen. Sura en ik schudden elkaar (voor het eerst) de hand en zeiden lachend: “Tot zo….!”
Nog nooit gingen drie minuten zo snel voorbij. Ik hoopte maar dat niemand in het publiek onze ongerustheid achter de glimlach rond onze lippen kon aflezen. Maar alles ging goed en precies op de laatste slag van de gong belandden we allebei in de juiste slotpositie.
En daar ging Sura weer, even snel als hij gekomen was….naar bed met een flinke dosis Paracetamol. Ik had erg met hem te doen. Voor hem was het immers ook de eerste keer dat hij In Nederland was. Zo had hij het zich vast niet voorgesteld. Nyoman Sura, dank voor je doorzettingsvermogen! Hopelijk mogen we nog eens samen dansen, maar dan op het warmere Bali!